
Sommige van de verhalen die Volkskrant-journalist Gidi Heesakkers (1989) schrijft voelen intens hemig aan. Gidi interviewde jarenlang elke week een stamgast over het leven. Gidi maakte een reportage over mannen die elke dag naar de verbouwing van het Utrechtse stationsgebied gingen kijken. Gidi schreef over plekken die De Vriendschap heten, en legde aldaar mensen de vraag voor wat vriendschap voor hen betekent. Gidi heeft geschreven over haar fascinatie voor snackbars die ‘t Hoekje heten en hoeken in de publieke ruimte. Gidi sprak mensen aan de hand van de schijnbaar onzinnige teksten op hun overhemd of T-shirt, en families die al tig jaar hetzelfde eten met Kerst. Gidi’s blik, pen en verhalen gaan ons zeer aan het hart en het maakt ons blij en verrukt dat ter zoveel zielsverwantschap bestaat in dit enige leven, vandaar dat we haar met liefde de heemkundige-questionnaire voorleggen.
Voor ons gevoel gaan uw verhalen vaak over het lokale, over de regio, over de gewone man, maar dan wel op een manier die juist dat gewone ervan in twijfel trekt, en het voor verwondering inwisselt. Als u het hier mee eens bent, dan deze vraag: wat fascineert u aan het lokale, het gewone, zo u wilt?
‘Ik ben vooral geboeid door gewoonten in het leven van alledag. Dat zal iets te maken hebben met waar ik vandaan kom. Ik groeide op in Lennisheuvel, een Brabants dorp met 800 inwoners, met ouders, ooms, tantes die de dingen graag doen zoals men ze nu eenmaal altijd doet. Mijn vader was timmerman, mijn moeder runt met haar broer een plafondmontagebedrijf. We aten vroeger elke maandag gehaktballen en boontjes, elke donderdag nasi of bami en elke vrijdag friet. We gingen altijd naar dezelfde restaurants en jarenlang op vakantie naar dezelfde camping in Domburg.
‘Als kind genoot ik van de vakanties. Als puber heb ik enorm tegen het gewoontedierlijke van mijn familie geageerd – Domburg was toen verruild voor Blanes, in Spanje. Ik wilde afwisseling, geprikkeld worden, Iets Anders, maar ik ben zelf ook iemand geworden die nu al vijf keer naar dezelfde bed & breakfast in Portugal is geweest. Op veel andere vlakken weet ik de routine dan weer aardig te ontlopen. En intussen is dat hele in herhaling vallen dus het thema geworden waarin ik mezelf als journalist het meest interesseer: wat zoeken en vinden mensen in routine?’
Wanneer bent u begonnen dit onderwerp te volgen en waarom, en hoe?
‘Het begon met een semi-satirische rubriek op de achterpagina van de Volkskrant, Dag In Dag Uit. V.E.T. heette die rubriek, een snackbarrecensie als parodie op de restaurantrecensie in Volkskrant Magazine. De beoordeelde cafetaria kreeg altijd een 8.
‘Later ging ik voor Dag In Dag Uit wekelijks naar een café ergens in Nederland om een stamgast te interviewen over zijn of haar leven. Die miniatuurtjes gaven mij een goed excuus om naar uithoeken te rijden, drempels over te stappen en onbekenden te ontmoeten. Welke keuzes maakten ze in hun leven, en misschien nog wel interessanter: welke keuzes maakten ze niet? Ik las laatst een interview in NRC met de Vlaamse psycholoog Paul Verhaeghe en bleef hangen aan een citaat: ‘We maken weinig keuzes in ons leven. De meeste dingen gebeuren gewoon.’
‘Na een reportage over de man die met zijn kenmerkende handschrift de Nederlandse weekmarkten van reclameborden voorziet, kreeg ik steeds meer ruimte om dat soort aanleidingloze reportages en interviews te maken. Bijvoorbeeld over de stamgast die met drie andere mannen elke dag naar de verbouwing van Hoog-Catharijne in Utrecht ging kijken. Bouwschouwers – iedereen kent het fenomeen wel.’
Brengt het onderwerp ook Geld in uw lade? (Of: hoe krijgt u de Volkskrant zo ver om over het soort onderwerpen te schrijven waarover u schrijft?)
‘Ja, ik ben in vaste dienst bij de Volkskrant. Toen de Volkskrant onlangs 100 jaar bestond, maakten we een bijlage met honderd portretten van honderd Nederlanders in de leeftijd van 0 tot 100. ‘Een krant biedt per definitie een vervormd beeld van de werkelijkheid’, schreef hoofdredacteur Pieter Klok toen in zijn voorwoord. ‘Ze richt zich op dat wat nieuw is, dat wat afwijkt, waarover gedebatteerd moet worden, op kwesties waarover je van mening kunt verschillen. De ene partij wil iets, de ander iets anders. Er is sprake van onrecht. Dat wat hetzelfde blijft, dat wat goed gaat, geen nadere discussie behoeft, of gemiddeld is, komt er automatisch bekaaid van af.’
‘Dat is zo, maar ik prijs me gelukkig met collega’s die het de moeite waard vinden om aan die gewone zaken toch aandacht te besteden, omdat ze óók iets over ons, onze moraal en de wereld zeggen.’
Is er iets aan uw blik op dit onderwerp waarvan u hoopt dat de rest der mensen het zou overnemen, zit er met andere woorden een werkbaar advies voor de mensheid en het goede leven verscholen in uw omgang met het onderwerp? Excuses voor de mogelijk leidende vraag.
‘Ik probeer mensen tegemoet te treden met mildheid, vertrouwen, nieuwsgierigheid en humor. Over de meest alledaagse onderwerpen schrijven in een krant die vooral aandacht besteedt aan het buitengewone heeft dikwijls van zichzelf al iets grappigs. Ik ben daarom voorzichtig met cult en ironie. Als de humor al nadrukkelijk schuilgaat in de keuze voor het onderwerp, het onderwerp zelf of de fotografie bij mijn werk, dan ben ik juist geneigd het extra serieus te nemen.’
Zijn er door het gegeven dat u voor een zo populair medium als de krant schrijft gegevens die u uit uw stukken moet laten, of zijn er zelfs onderwerpen die u mogelijk niet kunt behandelen omdat het voor zo’n breed publiek is bedoeld? Zo ja, kunt u daarover uitweiden? (we proberen hier overigens niet Uw Geheimen te ontfutselen, we zijn gewoon benieuwd)
‘Nee. Wel merkte ik dat veel stamgasten het prettig vonden als ik ze in de krant alleen bij hun voornaam noemde, zodat een persoonlijk interview online minder makkelijk vindbaar was. Dat kan ik mezelf goed voorstellen.’
Hoe komt u op uw onderwerpen uit?
‘Rondkijken. Vaak stapelen observaties zich op, en dan opeens zijn ze een idee. Tijdens een fietstocht dacht ik bijvoorbeeld ineens: wat zijn er eigenlijk veel kleine modezaken die de naam van de eigenaar dragen. Hans Fashion in Meppel, Dressed by Sylvia in Oosterbeek, Fashion Dion in Helmond, Angelique in Nunspeet en Lilian Fashion in Wateringen kwamen later voor in een stuk in het modenummer van Volkskrant Magazine, over hoe webshoploze modewinkeliers de moed erin hielden tijdens corona.
‘Zo’n observatie sluimert vaak even in mijn hoofd, tot ik het juiste haakje heb gevonden. Een stuk over man die vijf dagen per week naar dezelfde snackbar gaat om hetzelfde broodje shoarma te eten heeft toch een paraplu nodig. Zo ontstond de serie Zelfde tijd, zelfde plaats, waar ik uiteindelijk maar drie afleveringen van heb gemaakt omdat het toch lastig bleek om doorlopend geschikte onderwerpen te vinden.’

Hoe staat u in dit enige leven?
‘Lustig.’
Denkt u vaak aan de dood?
‘Nee.’
Hoe verhoudt uw fascinatie voor dit onderwerp of het onderwerp zelf zich tot uw diepste levensovertuigingen?
‘Ik weet niet hoe het leven geleefd moet worden. Ik geloof dat heel veel mensen niet weten hoe het leven geleefd moet worden. Ze – en daarmee bedoel ik ook mezelf – proberen gewoon gelukkig te zijn en hebben daar verder niet al te diepzinnige gedachten over.
‘Een paar jaar geleden ging ik terug naar camping Bella Terra in Blanes, voor een reportage over Nederlanders die al tientallen jaren naar dezelfde plek op vakantie gaan. Ik dronk er een blik Bavaria met vrienden van mijn ouders die er nog steeds kwamen. ‘Goed is goed, toch?’, luidde de verklaring van een van hen.
‘Er gaat een zekere rust van uit die ik in mijn eigen leven tot dusver niet echt gevonden heb, en die ik misschien ook wel helemaal niet zoek – niet op dezelfde manier. Ik snap inmiddels wel de aantrekkingskracht van die geregelde gang, plekken en bezigheden die garant staan voor een goed en vertrouwd gevoel. Er blijft in de meeste mensenlevens genoeg over om over na te denken, of teleurgesteld door te raken. ’
Wat is de droom?
‘Ik heb geen grote droom. Op de vraag ‘waar zie je jezelf over tien jaar?’ weet ik geen antwoord anders dan: geen idee. Ik hoop dat ik altijd benieuwd blijf naar omstandigheden die ik niet had kunnen voorzien.’
Wilt u uw kennis veiligstellen of overdragen wanneer u er niet meer bent?
‘Nee, maar voor de geïnteresseerden liggen alle stukken en stukjes die ik heb geschreven uitgeknipt bewaard bij Toos Heesakkers te Lennisheuvel.’
Wat is de meest frappante anekdote die u tijdens uw zoektochten heeft mogen meemaken?
‘Er zijn talloze anekdotes van stamgasten die nog weleens door mijn hoofd schieten. Aan één uitspraak denk ik het vaakst terug, een niet bijster frappante waarheid van de eerste man die ik voor de rubriek sprak, in het Utrechtse café DeRat. ‘In het leven balanceer je op die scherpe rand tussen fatsoenlijke meneer en totale idioot.’’
P.S.: alles is een onderzoek, om maar niet te zeggen dat we soms fouten maken, een daarvan was dat wij waren vergeten Gidi een belangrijke vraag voor te leggen, te weten: de vraag naar of zij schrijvers, fotografen of andere makers heeft die zij als voorbeeld en inspiratie ziet op het gebied van het lokale. Zij antwoordt via Whatsapp:
‘De fotograaf Otto Snoek. En Freek Schravesande van NRC is ook wel een heem-man.’
Voor we het vergeten: we danken Boudewijn Bollmann en Peter Buurman voor het meedenken over de vragenlijst. Heeft u zelf tips voor de heemkunde van de ziel, zijn u hemige dingen opgevallen? Mailt u ons dan alstublieft op heemkundevandeziel@gmail.com of laat u een reactie achter op de site. Verder kunt u dit project als altijd steunen door u in te schrijven voor de nieuwsbrief, ons te volgen op Instagram of Twitter of door middel van een kleine donatie, waardoor we het onderzoek qua tijd kunnen verantwoorden aan onze toekomstige zelven.